Arbeidsduur en werktijden

Hoofdstuk 5 Arbeidsduur en werktijden

 
 

§1 | ARBEIDSDUUR

 

Artikel 5.1 | Arbeidsduur

 
  1.  

    De formele arbeidsduur is maximaal 36 uur per week.

  2.  

    De werkgever en de werknemer kunnen overeenkomen om de formele arbeidsduur per week tijdelijk uit te breiden van 36 uur per week naar maximaal 40 uur per week.

  3.  

    Bij uitbreiding van de arbeidsduur wordt naar rato verhoogd:

    1.  

      het salaris;

    2.  

      het recht op vakantie; en

    3.  

      de pensioenopbouw.

  4.  

    De werkgever rapporteert in het sociaal jaarverslag over de uitbreiding van de arbeidsduur naar maximaal 40 uur. De werkgever legt de rapportage ter bespreking voor aan de ondernemingsraad.

 

§2 | WERKTIJDEN

 

Artikel 5.2 | Werktijdenregeling

 

De werkgever stelt een werktijdenregeling vast voor de werknemers in de organisatie. Als de standaardregeling in artikel 5.4 niet geldt voor de werknemer, dan geldt de bijzondere regeling in artikel 5.5.

 

Artikel 5.3 | Werken op zaterdag, zondag en feestdagen

 
  1.  

    De werknemer werkt niet op zaterdag, zondag en feestdagen in artikel 6.6, tenzij bedrijfs­- of dienstbelangen dit noodzakelijk maken.

  2.  

    Per jaar mag een werknemer op maximaal 26 zondagen werken.

  3.  

    Bij de vaststelling van de werktijden van de werknemer wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met religieuze feestdagen en de wekelijkse religieuze rustdag van de werknemer.

  4.  

    Wat in dit artikel geldt voor werken op zondagen, geldt ook voor werken op religieuze, nationale, landelijke, regionale of plaatselijk erkende feest- of gedenkdagen als die door het college zijn aangewezen als dagen waarop de organisatie is gesloten. Dit tenzij bedrijfs- of dienstbelangen anders vereisen.

 

Artikel 5.4 | Standaardregeling voor de werktijden

 
  1.  

    De standaardregeling geldt voor de werknemer die binnen de kaders van dit artikel zijn werktijden kan vaststellen.

  2.  

    De werknemer verricht zijn werk binnen het dagvenster. Het dagvenster is van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 22.00 uur.

  3.  

    Voor het begin van ieder kalenderjaar maakt de werkgever met de werknemer afspraken over de werktijden, de vakantie, het verlof en de planning van de werkzaamheden voor het komende jaar.

  4.  

    Bij het afspreken van de werktijden geldt dat:

    1.  

      hierover overeenstemming bereikt wordt tussen de werkgever en de werknemer;

    2.  

      de arbeidstijd per dag maximaal 11 uur is en per week maximaal 50 uur, tenzij daarvan op verzoek van de werknemer wordt afgeweken.

  5.  

    Als de omstandigheden wijzigen, kunnen de afspraken over de werktijden worden aangepast.

  6.  

    De werkgever en de werknemer overleggen 2 keer per jaar over de werktijden in relatie tot de planning van de werkzaamheden.

  7.  

    Overschrijdt de werknemer door de planning van de werkzaamheden de formele arbeidsduur per jaar, dan worden de afspraken in overleg aangepast. Als de werkgever en de werknemer het eens zijn dat overschrijding van de formele arbeidsduur per jaar onvermijdelijk is, dan stellen zij in overleg de overschrijding in uren vast. In overleg bepalen de werkgever en de werknemer of de werknemer voor ieder teveel gewerkt uur een uur salaris en salaristoelage(n) of een uur vakantie krijgt. Maakt de werknemer geen keuze dan volgt uitbetaling van de te veel gewerkte uren.

  8.  

    De werknemer werkt buiten het dagvenster als bedrijfs- of dienstbelangen dat noodzakelijk maken. Voor uren die de werknemer buiten het dagvenster werkt, krijgt hij een buitendagvenstertoelage, geregeld in artikel 3.12.

  9.  

    Als de werkgever en de werknemer niet tot overeenstemming komen over de werktijden, dan stelt de werkgever de werktijden vast als bedrijfs- of dienstbelangen dit nodig maken. De belangen van de werkgever en de werknemer worden bij de vaststelling afgewogen. De bijzondere regeling voor de werktijden in artikel 5.5 geldt.

  10.  

    De werkgever kan de werknemer incidenteel verzoeken om te werken buiten de vastgelegde werktijden, maar binnen het dagvenster, vanwege bedrijfs- of dienstbelangen. Als de werkgever en de werknemer het niet eens worden over de afwijkende werktijden, dan krijgt de werknemer een vergoeding geregeld in artikel 3.12.

  11.  

    De werkgever bespreekt ieder jaar met de ondernemingsraad de afspraken over de werktijden in de organisatie. De ondernemingsraad kan voorstellen de werktijden te veranderen. Neemt de werkgever het voorstel niet over, dan wordt dit besluit gemotiveerd.

  12.  

    De werkgever kan ter uitvoering van dit artikel aanvullende regels stellen.

 

Artikel 5.5 | Bijzondere regeling voor de werktijden

 
  1.  

    De bijzondere regeling geldt voor de werknemer waarvan de werkgever de werktijden vaststelt.

  2.  

    De werkgever stelt de werktijden van de werknemer vast in een rooster als voor de werknemer wisselende werktijden gelden.

  3.  

    De feitelijke arbeidsduur is maximaal 11 uur per dag en maximaal 50 uur per week.

  4.  

    De werkgever maakt de werktijden minimaal 1 maand voor aanvang bekend aan de werknemer.

  5.  

    De werkgever stuurt niet aan op het ontwijken van de toelage onregelmatige dienst in artikel 3.11.

  6.  

    De werknemer die op zaterdag of zondag heeft gewerkt, krijgt een doordeweekse dag vrij.

  7.  

    De werkgever kan ter uitvoering van dit artikel aanvullende regels stellen.